Hoofdtekst
Me deên chekreien uit. De Mande passeerdege daar. ‘k Riepe derachter. Ze’n gebaardege nie da ze ’t hoordege. Ze kwam nadere: "Hoe es’t?" zei ze en ze sloeg ip mijn schoere. Maar ‘k sloege zere ip heur hoofd, want ze ’n kan nie doen o je bovenslaat.
Beschrijving
Een man op zijn witloofveld aan het werk was, zag een vrouw uit het dorp voorbijkomen en riep naar haar. De vrouw deed alsof ze het niet horen en kwam even later dichterbij met de woorden: "Hoe gaat het?" en ze sloeg de man op de schouder. Daarop sloeg de man de vrouw snel op het hoofd om haar macht te breken.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (menen en omstreken)
274
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Harelbeke