Hoofdtekst
’t Gebeurde dat er kaboutertjes hielpen binden, stuiken of bieten zetten. Zulke gasten noemden ze "roodkapjes”. Dat waren er die ulder aan de duivel verkocht hadden. Ge moste ton lijnzaad in een vumme gieten, ton mosten ze dat were verzamelen. Als ge z’entwat koste doen doen dat niet ging, moesten ze vertrekken. Zoetemelk en keiremelk kosten ze niet scheiden.
Beschrijving
Kaboutertjes die hielpen met het bijeenbinden van de oogst, het in 'kapelletjes' zetten van het vlas en het planten van de bieten, werden 'roodkapjes' genoemd. Dat waren mannetjes die zich aan de duivel hadden verkocht. Roodkapjes kon men alleen verjagen door hen een opdracht te geven die ze niet konden uitvoeren. Ze konden lijnzaad uit een houtmijt halen, maar ze konden karnemelk niet scheiden van zoete melk.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (houtland)
57
fabulaat
Naam Overig in Tekst
roodkapje (aardgeest, Veldegem)   
Naam Locatie in Tekst
Veldegem