FVANH0247_0247_18072

Mijn moeder spellewerkte, en ze was met kantwerk geweest naar Wakken. En ze komt af al de kruisweg van Anzegem. En der staat daar ’n vrouwmens op den hoek en ze had de name dat ze’n tovermete was. En mijn moeder zegt tegen dat vrouwmens: "Mensen, mensen, ‘k en wete niet wat er met mij gaat ommegaan, ‘k benne lijk heel den nuchtend al zo raar, ‘k benne zeker dat er iets gebeurd is." En de tovermete zegt: "Ewel, zijt ge al lange weg?" – "Ewel van ’t half voornoene, ‘k heb nog eerst de geite gemest en mijn jongens besteld en als ‘k de geite gemest had, zag ik daar zukke grote ratte en ‘k heb heur’ne nekke in twêen gekapt.""Ach Here Gotte", zegt die tovermete, "’t is hier ’n vrouwmens van heurene stoel gevallen en ze heeft heur’ne nekke gebroken!" Zegt mijn moeder: "Hoe weet ge dat?" – "Ha ja, dat is met gij die ratte dood te kappen."

SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.    SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.   

Een vrouw die kantwerk naar Wakken had gebracht, kwam bij het kruispunt van de weg naar Anzegem een vrouw tegen, over wie men vertelde dat het een heks was. De vrouw sprak tot de heks: "Ik weet niet wat er met mij aan de hand is, maar ik voel me al de hele ochtend zo vreemd. Ik ben er zeker van dat er iets gebeurd is". Toen de heks vroeg of de vrouw al lang weg was, zei de vrouw: "Ik heb eerst nog het geitenhok uitgemest en mijn kinderen weggebracht. Daarna zag ik een grote rat lopen, die ik in tweeën heb gehakt". "Och Heer God", antwoordde de toverheks, "een vrouw die hier in de buurt woont, is van haar stoel gevallen en heeft haar nek gebroken!"

F. Van Houdenhove, Leuven, 1967

2.1 Heksen

west-vlaams (tussen schelde en leie)

372

Moeder van de informant

fabulaat

Tiegem    Tiegem   

Anzegem    Anzegem   

Wakken    Wakken