Hoofdtekst
Hier kwam dikwijls een heks van Wèzet voor een boterham vragen. Ze heetten ze de gekke Mie; die had ook gene goeie naam. En twee nonken, jong gasten, wisten dat er als ze hier op de weg kwam, dan trokken ze met hunne klomp een kruis over de weg. Dan kos die vrouw niet door. Ze moest dan terug gaan en dan zei ze altijd: 'O! die stoute kinder, die stoute kinder toch! En dan stond ich te lachen, ich was nog maar e klein ding toen, hé.
Beschrijving
Mie van V. was een heks. Wanneer twee jongens met hun klomp een kruis op de weg tekenden, kon de heks niet door.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
428
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Mie van V.   
Naam Locatie in Tekst
Mopertingen