Hoofdtekst
De vader van Bruur kwam mee zijn hondenkaar van ’t Kamp gerede. Toen hij in de Grese bosse was, wilde zijn hon’ nie meer veuruit. Hij docht da ze muug ware en liet ze wa ruste. Hij legde zich ook effe neer oppe boskant. Toen hij wilde doorrijde, zag hij dat zijn hon verkeerd, het achterste veur, in de kaar stonne. Zijn hon’ ware behekst. Hij hee nooit meer mee een hondekaar gerede.
Beschrijving
Een man die met de hondenkar terugkwam van 't Kamp, hield halt in de Grese bossen omdat de honden niet meer verder wilden. Na even te hebben gerust, stelde de man vast dat de honden achterstevoren vóór de kar waren gespannen. De dieren waren zeker behekst.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
135
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Olmen   
Plaats van Handelen
Kamp (Olmen?)   
Grese bossen (?) (Olmen)