Hoofdtekst
Onze Gust kan do van vertelle: da was ’s avonds, dan was er altij ne klop. En lak as dieje klop er was, draaide de koei in ’t rond. En zoewe was da 7 kere op nen avond. En ze strooide ‘k weet nie hoe dikkes ’s avonds en toch stond ze (koe) altij tot heur pote in ’t zaaik.
Beschrijving
Een boer hoorde zeven keer op een avond geklop in de stal. Wanneer het geklop te horen was, draaiden de koeien rond. Hoewel de boer heel vaak vers hooi in de stal gooide, stonden de koeien altijd tot aan hun poten in de mest.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
347
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Meerhout