Hoofdtekst
De Vos van Riemst en dikke Leen, die woonden bij Coenegracht in Lafelt. En 't was 't op St.-Lambertus en vroeger kregen de knechts allemaal jerpelland (aardappelland) en op dien dag mochten ze hun jerpelen uitdoen, wir (nietwaar). Dan werd goed gedronken en 't was een uur of twelf en Lèen, die vrijde met het slachtermieke. Duw trokken ze de Molenweg op en wei (toen) ze aan de Molenweg afgongen kuum aan 't Kerkveldje 'n grote juffrouw. 'Nondeju, das nog wel 'n schoon' zei de Vos tegen Leen. 'Me lieveke kom hier' en de weets wel. En 's was een heel in blauwe zij mit ene schone blauwen hoed op, ook heel in 't zij. En duw (toen) woren ze al nuchter, want ze zagen dat 't geen echte juffrouw was. Ze gong altijd met hen op en op 't Kerkveldje, do stond e stichelke en joef, sprong ze op 't stichelke en ze hadden zich toch zo kloek gemaakt dat ze ze voorbijgongen en duw was ze vurt (weg). En achter Vlijtingen kuum ze terug bij hen.
Onderwerp
SINSAG 0309 - Weisse Frau erschreckt Sünder
  
Beschrijving
Na het feest van Sint-Lambertus ging de Vos van Riemst samen met dikke Leen naar de Molenweg. Bij het Kerkveldje verscheen omstreeks middernacht een grote juffrouw die een blauwe zijden jurk en een zijden hoed droeg. Toen ze de zijden juffrouw over het draaikruis zagen lopen, beseften Vos en Leen dat de verschijning geen mens van vlees en bloed was.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
166
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Heilige Lambertus
Vos
Vos
Leen   
Lambertus (Heilige)   
feest van Sint-Lambertus   
Sint-Lambertus (feest van)   
Naam Locatie in Tekst
Rosmeer   
Plaats van Handelen
Molenweg (Rosmeer)   
Kerkveld (Rosmeer)