Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OMATT0249_0249_18818 - Variante.

Een sage (mondeling), 1963

Hoofdtekst

Ze waren in de schure mee tween aan ’t dessen (dorsen). ’t Was havren stroot. De deure stond achter en voren open. Zo ze waren aan ’t vertellen van ’t een en ’t ander en ’t kwam azo aan ’t ophangen te passe. "Ge kunt u nie ophangen aan een havren stroot", zei dien enen. Havre is een sterk stroot, da wete hé. "Me gaan ne keer proberen", zei den andren. "Maar ok (als ik) nie los gerake moeje ’t los maken." Ot hij nu omhoge hangdige komt er merlantje (ondertussen) nen haze en den dienen die beneên stond springt er achtre. Maar den andren hingt daar omhoge te biezebamen (bengelen). En in dat havren strootjen zat er nen kopren draad. Da was den duvle die in dienen haze zat hé.

Onderwerp

SINSAG 0945 - Andere Begegnungen mit dem Teufel.    SINSAG 0945 - Andere Begegnungen mit dem Teufel.   

Beschrijving

Op een boerderij waar enkele mannen aan het dorsen waren, wilde men uitproberen of het mogelijk was om je op te hangen met een strootje haver. De mannen besloten de proef op de som te nemen en maakten een strop met een strootje. De man die de zaak ging uitproberen, sprak tot de andere: "Als ik niet meer los geraak, moet je mij wel losmaken!" Opeens liep er een haas rond in de schuur, waardoor de man op de grond afgeleid was en achter de haas aan liep. Intussen stikte de man met zijn hoofd in de strop. In het strootje zat een ijzerdraad. Die haas in de schuur moet de duivel zijn geweest.

Bron

O. Mattheeuws, Leuven, 1963

Commentaar

3.1 Duivels
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
448
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Knesselare    Knesselare