Hoofdtekst
O ze ze gepakt èn, z’èn ze toen nor ’t schavot gedon. Bakelandt wos de letsten en je wilde van geen priester weten. En ’t stoend dor in den boek: "Os er e God is, ‘k gon ’t straks gon zien." Bakelandt, otten hij etwor ging, je koette (sprak) hij ook van Bakelandt en ’t wos hij mor de menschen kenden hem niet enee.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De rovers van de bende van Bakelandt werden na hun arrestatie naar het schavot gebracht. Bakelandt werd als laatste onthoofd. Hij wilde bovendien geen priester zien en zei: "Als er een God bestaat, dan zal ik dat straks wel zien". Wanneer Bakelandt ergens vertoefde, was hij altijd vermomd. Hij sprak dan met de mensen over een zekere Bakelandt, zonder te vertellen dat hij zelf die persoon was.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
145B
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Staden