Hoofdtekst
Ewel, dat van Lange Jeanne is toen were op zijn effen gekomen.Dat waren paters van Tollentijn, die daar vroeger weunden in dat klooster en ze zijn later mogen terugkeren.Die paters waren dervan op d’hoogte van de lotgevallen van ulder medepaters, die alzo afgevangen geweest zijn van die slechte vrouwe.En ’t heeft toen één van die oudste paters dat op hem genomen veur die boerderij, dat vroeger klooster, te komen belezen, omdat ’t niet memer marsjeerde. Hij kwam alzo Lange Jeanne manen (bezweren) en hij heeft Lange Jeanne in ’n flesse gelezen, zuuste op de plaatse waar dat Lange Jeanne diene "daad" gedaan heeft met die paters.’t Schijnt, dat diene geest van Lange Jeanne, tebinst dat de pater heur in die flesse aan ’t lezen was, zou gezegd hebben: "Alle honderd jaar doe’k ‘ne stap nader en kom ik terug!"
Onderwerp
SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt
  
Beschrijving
De paters van Tollentijn hadden gehoord dat hun medepaters door een onzedige vrouw waren verleid. Eén van de oudste paters is dat klooster dan komen overlezen. Lange Jeanne werd verbannen naar een fles op de plaats waar ze de paters had verleid. Op dat moment sprak de geest van Lange Jeanne: "Iedere honderd jaar kom ik een stap dichterbij!"
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
70
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Tollentijn (paters van)   
paters van Tollentijn   
Naam Locatie in Tekst
Kaster