Hoofdtekst
’t Is ’t gene dat ‘k ik èn horen zeggen dat ‘k gon vertellen. Bakelandt zat verdoken in e kotje. De meulenare die dat afgeloerd had, verwittigde de polische en de polische goeng er nor toe voor te zoeken nor dat kotje. En ze keerden were nor de meulenare voor te zeggen dat z’hem niet gevoenden an. Zo de meulenare zei: "Gaat e keer were want ‘k èn nog niet zien uutkommen." En ze gingen were en ze voenden hem toene oender de blaten. Z’èn toen meegepakt.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Bakelandt had zich verborgen in een hok. Een molenaar die hem had gezien, verwittigde de politie. De politie kwam kijken, maar vond de rover niet. Daarop zei de molenaar: "Ga dan nog eens kijken, want ik heb hem nog niet zien weglopen". De politieagenten keken opnieuw en vonden Bakelandt onder het gebladerte.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
42A
fabulaat
Naam Overig in Tekst
bende van Bakelandt   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Langemark