Hoofdtekst
dô was een vrâ, Janssens; en die kon e metske van de strôt, Anny, ni verdrôge; ze zetten het kind vol lös; en het kon ’s nachs ni slôpen en het was altêd ongerust; en de pastoeur zei da ze, as de vrâ ze teigekam, e krös moes môke med huir voet op de grond; da dui ze; en vrâ kon nemie in hös koume; en as z’het metske op strôt zag en da z’e kreske môkte, vluchtte de vrâ; de heksemacht was gebrouke.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Anny kreeg altijd luizen door toedoen van de heks J., die niet met haar overweg kon. De pastoor gaf Anny de raad om met haar voet een kruis op de grond te tekenen wanneer ze de heks nog eens tegenkwam. Telkens wanneer Anny dat deed, vluchtte de heks weg. Ze kon ook niet meer binnenkomen in huis.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (sint-truiden)
362
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Anny   
Naam Locatie in Tekst
Jeuk