Hoofdtekst
Buiten Tongeren was een wenning (= hoeve) bo 't hekste. Doa kwamen minse in de schuur slapen. De vrouw zei voor da ze slapen gingen: 'ich ga oech (= U) allemaal ene teloor sop (= soep) maken, en ze deed het. Toen gingen ze slapen, 's nach(t)s kwam iet in de schuur en ze hoorden opeens een stem wa vroeg: 'wilt zje nog e leupelke sop?' - 'Och, laat ons toch met rus(t)' zegden ze. - 'Ich slaan oech (= sla U) nog liever met de potleupel (= pollepel) op e kop!' zei het, en dan was het weg. Dat was een heks.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
In de buurt van Tongeren stond een hoeve die behekst was. Op een avond kregen enkele mensen er onderdak in de schuur. Vooraleer de gasten gingen slapen, maakte de vrouw voor hen wat soep. 's Nachts hoorden de gasten in de schuur echter een vreemd geluid en een stem die sprak: "Wil je nog een lepeltje soep?" Daarop antwoordde één van hen: "Ik sla nog liever met de lepel op je hoofd!" De vrouw was een heks.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
490
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Tongeren