Hoofdtekst
Beschrijving
Mensen die hun ziel hadden verkocht aan de duivel, konden niet sterven vooraleer ze hun toverkunsten aan iemand anders hadden doorgegeven.
Een man die door de duivel was bezeten, stotterde erg. Toen die man op een dag aan het kaarten was, zei hij: "Kijk, als ik mijn hand op tafel leg en jullie draaien de tafel om, dan zullen jullie in vergulde letters mijn naam zien staan op de onderkant van de tafel". De andere mannen lachten met de stotteraar, maar ze draaiden de tafel toch om. Toen ze zagen dat daar inderdaad de naam van de man geschreven stond, liepen ze allemaal doodsbang weg.
Een man die door de duivel was bezeten, stotterde erg. Toen die man op een dag aan het kaarten was, zei hij: "Kijk, als ik mijn hand op tafel leg en jullie draaien de tafel om, dan zullen jullie in vergulde letters mijn naam zien staan op de onderkant van de tafel". De andere mannen lachten met de stotteraar, maar ze draaiden de tafel toch om. Toen ze zagen dat daar inderdaad de naam van de man geschreven stond, liepen ze allemaal doodsbang weg.
Bron
N. Coremans, Leuven, 1977
Commentaar
3.1 Duivels
brabants (noord-west)
36C
Grootvader van een dorpsbewoner
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Prosper Janssens   
Naam Locatie in Tekst
Grimbergen