Hoofdtekst
Adronies vader was van al de kanten van Koolskamp over honderd jaar. Op een hofstee ’t was daar een Duitschen schaper, hij wilde trouwen met ’t meessen (meid). En ze wilde niet. ’s Navonds als ’t tiene was (de poester sliep bij hem), hij stoeg op en als ’n t’ende de wee kwam, ’t was daar een wal. En hij ging te rikke op een geete naar Duitsland en hij was weere met zijn wasgoed. Mijn vader heeft dat dikkers verteld dat ze d’ermonsie kosten.
Beschrijving
Op een boerderij in Koolskamp werkte een Duitse schaper. Iedere avond omstreeks tien uur stond de schaapherder op en vloog met zijn vuile was op de rug van een geit naar Duitsland. Even later was de schaapherder al terug met schone kleren.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
371
Omstreeks 1865
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Stavele   
Plaats van Handelen
Duitsland   
Koolskamp