Hoofdtekst
’t Woaren do boeren die mè groate karren reen. Ze braken deure vo de deure van Eugeniete Rotsaert. "Ja", zei ze tonne, "de pèèrden trekken nie, gif ze e stuuksje an de wielen", en lik of da ze an de wielen kwaam liep de karre in de pèèrden under gat.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Wanneer de boeren met hun paardenkar voorbij het huis van een bepaalde vrouw reden, braken de karren altijd. Als die vrouw het wiel van een kar aanraakte, dan reed de kar tegen het achterste van de paarden.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (nw van houtland)
25.3
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gistel