Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0604_0606_11137

Een sage (mondeling), 1996-02-5 1996-02-5 (foutieve datum)

Hoofdtekst

44 Wöllem Looikes die zei dan, hem z’n - hoe zeiden ze daar ook weer tegen? Heerke, dat was een nonkel, daar zeiden ze vroeger heerke tegen. Een oude nonk ergens met veel roeden land en niet getrouwd. Kun je denken. Dat was heerke. En heerke (= † Willem Loyens) die zei dat daar een heks woonde in dat straatje wat ze toen Heksenstraatje genoemd hebben.45 Oh, ja.44 Toen heeft het die naam gekregen.45 Daar ben ik zo dikwijls op en af gegaan.3 Zet het iets korter bij.I Nee, dat gaat niet.45 Het staat.44 Het Heksenstraatje w… En toen gingen ze dan ook, over die heks waren ze bezig en daarmee zegt daar een oude man: "Mieke van Hees is gisteren ‘jòuet’ (= naar huis) gegaan, het was al avond, en de heks heeft haar ‘jòuet’ gebracht tot aan de deur bij hun." Mieke van Hees (= † Mieke Vanherf, Kerkstraat), dat was een vrouwke wat kwam naaien bij de ‘läöi’, omdat daar waren geen naaimachines, dat ging naaien en dat ging elke dag bij ‘alleman’ (= iedereen). En dat had de hele dag genaaid en toen het avond was, moest dat op Hees terug aan (gaan). En dat moest door de Vossteeg (= Vosstraat) op. Het kwam de Ophemerstraat af en het ging de Vossteeg op en boven in de Vossteeg hadt ge vroeger een ‘stiechel’ (= slagboom), zeiden wij. Kent ge dat niet meer? Dat klein wegske wat op de Lieve Heer aanging.45 Ja.44 Daar stond zoiets. Daarop zeiden ze een ‘stiechel’. Dat waren zo drie palen in de grond van een halve meter en daar lag een balk op. Daar konden de ‘läöi’ wel over of neven, maar daar mocht je niet met een kar of een beest neven. En toen Mieke aan de ‘stiechel’ kwam - die had zich daar een beetje willen rusten - het zette zich neer en toen zat een grote poes neven haar. Ook een zoals een hond. En Mieke ‘kaarde’ (= streelde) en aaide die poes en die poes was blij. Toen dacht het: "Zo’n grote poes, dat is toch niet normaal." En toen zei Mieke: "Ik moet nog zo ver gaan en het is donker, ik ga maar." "Ho," zei de poes, "ik ga met je mee. Dan hoef je niet bang te zijn." Toen was Mieke pas bang, wùr. En toen stond Mieke op en dat stapte door een hof van perenbomen maar verder op Hees aan. En de poes neven haar op; de poes was bij haar. Maar zij durfde niks zeggen en de poes ‘kalde’ (= praatte) ook niet [gelach]. Toen ze dan aan de deur kwamen van Mieke, toen zei de poes: "Nu moet je niet meer bang zijn; nu ben je hier en doet je niemand niks ‘nemé’. En als je ander week weer komt naar hier, dan wacht ik daar weer op je. Ik wacht op je en dan breng ik je weer ‘jòues’." En indeens was dat een heks! Toen was het geen poes ‘nemé’. En toen had Mieke ook nog bang en het loopt in en houwt de deur met een slag toe. "God," dacht Mieke, "een heks." En dat ging aan de venster zien en die heks stond daar met een lange schort aan. En toen lichtte ze die schort op en toen haalde ze de bezem uit.45 Wat haalde ze? De bezem?44 De bezem. Ze nam de bezem onder haar rok (uit), zet hem recht, springt op de bezem en … weg! [gelach] "God," dacht Mieke, "wat is dat allemaal? Dat moet ik toch tegen de ‘läöi’ vertellen." En Mieke ook al aan het zien. Toen dacht het: "Nu moet ik toch weten waar de bezem op aangaat, want dat is een heks." Nog al wat rondgezien en toen zag het de heks, zag het de bezem ‘nemé’ of de heks.

Onderwerp

SINSAG 0603 - Andere Begegnungen mit sprechenden Katzen.    SINSAG 0603 - Andere Begegnungen mit sprechenden Katzen.   

SINSAG 0594 - Verwandlung von Hexentier in Frau erspäht.    SINSAG 0594 - Verwandlung von Hexentier in Frau erspäht.   

Beschrijving

Een man beweerde dat in een straat in Vlijtingen een heks woonde. Sindsdien werd dat straatje het 'Heksenstraatje' genoemd. Een vrouw die 's avonds bij de mensen ging naaien, ging langs de Vossteeg naar huis. Toen de vrouw bij een draaikruis even uitrustte, kwam er plots een grote kat naast haar zitten. De vrouw streelde de kat en zei: "Ik moet nog zo ver gaan en het is donker. Ik ga nu maar". De kat antwoordde: "Ik ga met je mee. Dan hoef je niet bang te zijn". Toen de vrouw bij haar huis aankwam, sprak de kat: "Nu hoef je niet meer bang te zijn. Nu ben je hier en nu kan niemand je nog iets doen. Als je volgende week weer komt, dan zal ik weer op je wachten en met je meegaan". De vrouw ging naar binnen en zag door het raam dat de kat veranderd was in een heks die een schort droeg. De heks haalde de schort onder haar bezem uit en vloog weg.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
44E 604
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Vlijtingen    Vlijtingen   

Plaats van Handelen

Heksenstraatje (Vlijtingen)    Heksenstraatje (Vlijtingen)   

Vossteeg (Vlijtingen)    Vossteeg (Vlijtingen)   

Vlijtingen    Vlijtingen