Hoofdtekst
Die boerezeuns an nor Langemark geweest met ulder peerden. In ’t Vrijbus, ’t wos dor e peerd die niet meer voortwilde. ’t Lag dor e boom over de roete en dat peerd viel en den deen die viel wos gepakt en in Bakelandts speloenke gedregen. En den andern wos nor huus gegon. En ze gingen dor toen gon kloppen mor ze mosten niet kloppen want ze wilden niet opendoen. Ze zaten an lezen bij dien anders die thuus gekommen wos.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Twee boerenzonen kwamen met hun paarden terug van Langemark. In het Vrijbos struikelde één van de paarden over een boomstam die over de weg lag. De man die daardoor van zijn paard viel, werd door Bakelandt gevangen en meegevoerd naar de spelonk van de rovers. In paniek reed de broer van de gevangene naar huis. Even later zat men bij die man te bidden, want hij was doodziek geworden van angst.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
121A
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Westrozebeke   
Plaats van Handelen
Langemark