Hoofdtekst
Ne grote zwarten hond was binnengekomen bij de Prins; die woonde in de Sint Katharinastraat. Dat was nen barbaar van ne vent, altijd maar vloeken met duizenden en duizenden. Dat was de lelijkste mens van heel de wereld. Daar lag ne zwarten hond binnen; dat beest deed niets. Ze hadden al gezegd: Buiten. Maar die ging niet. Ze hadden Ciska Lievenheer west roepen, ik had daar schrik van. "Allee, gaat gij allemaal aan, die zal voor mij wel buitengaan", zei ze. Dan heeft ze dien hond toch buiten gekregen. Ze hebben nooit geweten vanwaar dien hond was.
Beschrijving
In de Sint-Katharinestraat woonde een man die altijd vloekte. Op een dag kwam in het huis van die man een zwarte hond binnen. Men had de grootste moeite om het dier te verjagen.
Bron
L. Smets, Leuven, 1963
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (rupelstreek en omgeving)
170
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Willebroek   
Plaats van Handelen
Sint-Katherinestraat (Willebroek)