Hoofdtekst
D Maar zijn vader, van Toon, die had boeken over toverij en over zo'n dingen. En dan is de pastoor gekomen en de pastoor heeft gezegd dat hij die boeken allemaal moest verbranden want dat dat allemaal tegen God gericht was. En dan heeft Jakke al die boeken verbrand. Ik: Hij heeft daar naar geluisterd.A: Ah ja, de pastoor had gezegd dat dat toverij was en dat dat zonde was. En dat hij naar de hel ging. Ge weet, toen ging iedereen naar de hel hé. Maar dat stemt toch overeen met wat ge al opgeschreven hebt hé?Ik: Ja ja, dat klopt allemaal.A: Maar Toonke, dat was ne ferme. Die heeft dus de liberalen een nederlaag bezorgd in Waver. ... (ze vertelt nog even over de familie)A: Bega Perckmans, ja dat zegt me iets. Ik ga dat ook nog eens vragen aan iemand. Daar was iets raars mee, dat weet ik nog. En omdat ze klein of zo was, deed die aardig*. Ik: Door haar gestalte viel ze wat op?A: Ik geloof het, maar ik zal dat eens aan die van 97 vragen (= een kennis van haar in het rusthuis).... (we overlopen nog enkele personen die ze niet blijkt te kennen, ronden het interview met deze kranige dame af en bekijken nog even haar tuin en praten over koetjes en kalfjes)
Beschrijving
Een man die zich met toverij bezighield, werd door de pastoor gedwongen om zijn boeken te verbranden.
Bron
H. Schallenbergh, Leuven, 2000
Commentaar
antwerps (mechelen en omstreken)
19D
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Mechelen