Hoofdtekst
Der was daar ’n pertie land die vul tubakswormens zat. ’t Was ’t werk van nen kwaân geest, zeien ze. De paster ging twee keren kruisgewijze over ’t land en ’s anderdags lagen ol de greppels vul doô wormens.
Beschrijving
Een stuk veld zat door toedoen van een kwade geest vol tabakswormen. Nadat de pastoor tweemaal kruisgewijs over het land had gelopen, lagen de greppels de volgende dag vol dode wormen.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
76
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wevelgem