Hoofdtekst
Me vaders vaders kozen ha ne zeune die moste gaan zwingelen. Ie kam olsan ne groten zeemkoleuren hond in ’t gemoete. Os ‘t ’n thuuskam verteld ie dat en ie zei: "’k Gaan gedaan maken met dien’ hond. ‘k Gaan hem schieten." Maar zijn vader zei dat ’n moste gerust laten. ’s Anderdags, ie ging lanst nen anderen weg, en ie kam ’t ook tegen. Maar de naaste keer deed ’n e pistole mee. Maar van os dienen hond hem zag, sprong’t ’n met zijn voorpoten up zijn schoers. En den anderen koste zijn pistole niet uthalen, maar ie liep zere naar huus. "Daar sè" zei vadere "hèt nie g’hord." Maar benauwd dat ’n was! Ie sprong haast de deure in!
Onderwerp
SINSAG 0252 - Plagegeist lässt sich tragen   
Beschrijving
Een jongen die moest gaan zwengelen, kwam op zijn weg naar huis altijd een hond tegen. Op een avond sprak de jongen tot zijn vader: "Ik zal die hond eens neerschieten". De vader raadde zijn zoon echter aan het dier met rust te laten. De volgende dag nam de zoon een andere weg. Deze keer had hij zijn pistool op zak. Zodra de hond de jongen zag, sprong hij met zijn voorpoten op diens schouders, waardoor de jongen zijn pistool niet kon bovenhalen. Doodsbang liep hij naar huis.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
94
Grootvader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zandvoorde