Hoofdtekst
Da zat ip ’t land ook, meest ip de struiken van ’t beetezaad. En de struiken van twee vingers dikke zijn zo plat of ne cens. Ze zeggen o j’ dat tevele hèt, da j’moeste ne tak van ne notelare boven joen bedde steken, dat dat ton daarip zat. ‘k Hè da ook gehad, en ‘k pakte ’t vaste en ‘k voelde ’t maar ‘k en koste dadde niet houden.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Bieten konden door de maar worden bereden. De struiken, die normaal twee vingers dik waren, werden dan zo plat als een cent. Mensen die door de maar werden bereden, moesten een tak van een notelaar boven hun bed hangen. Een man die het slachtoffer van de maar was geworden, had de maar proberen te pakken, maar dat was hem niet gelukt.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (o van houtland)
142
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Hertsberge