Hoofdtekst
Do was een klein menneke dieje kost tege de kerk omhoog he, zoewe omhoog en toen kwam de pastoor en dieje leesde iet en hij vroeg "kunde ’t nu nog?" en hij kost het nog. En toen leesde de pastoor vanhaar, en hij vroeg "kunde ’t nu nog?" En zoewe drie kere en 3 kere liep hem de kerk op. En toen was hem ervan verlost.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
De pastoor zag hoe een klein jongetje tegen de muren van de kerk op kon lopen. Nadat de pastoor driemaal een gebed had gezegd, was het jongetje verlost van zijn toverkracht.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (grensgebied kempen-hageland)
599
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tessenderlo