Hoofdtekst
27.O Maar nu dat is goed. Een week of drie nadien komt Pietje Kruis over de weg. Hier was er een weg. Dan waren er hier bomen en dan waren er hier huizen, zodat ze tussen de huizen en de bomen in kon. En toen kwam ze daar aan. En toen zeiden ze tegen mij : "Louis, als ge daar nu een kruisje achter haar rug zet, hé, dan kijkt ze om". Ik zeg : "Ginder komt ze aan. Ik zal eens een kruisje achter haar rug zetten". "Ge doet het niet, zalle", zei ze (Mit Verbont). "En waar zijn de kinderen. De kinderen moesten direct binnen en zij ook, hé. Zij gingen ook binnen, zalle, de ouden. Sus, die was zo ook wat bijgelovig, en omdat ze zeiden dat het een heks was. Het was een heel lelijk mens. Ze deed wat aardig. Ge gingt er begot van lopen. Zo een lelijk mens was het. En ik zet een kruis achter haar gat, hé. Honderd meters wijd gegaan, er komt daar een vent aan, hé, en die spreekt ze aan. En mee kijkt ze ook naar mij. En de anderen stonden te loeren in de spleet van de deur. "Ziet ge nu, dat ze omkijkt", zei ze. Ik zeg : "Ja, maar ze staat ginder tegen...". "Nee, nee", zei ze. "Ze heeft expres omgekeken, anders kijkt ze die mens wel aan. Maar nu heeft ze naar hier gekeken met uw kruis op de weg te zetten. Ik weet niet, dat ge niet wijzer zijt met dat kruis achter haar rug te zetten". En zo was dat het één met het andere, hé. Met heksen , hé. Ja.
Onderwerp
SINSAG 0641 - Hexe erkannt. Sie sieht sich um, wenn ihr Fusstritt gekreuzt wird (rächt sich).   
Beschrijving
Een man die achter een vermeende heks aan liep, tekende een kruisteken op de grond. Toen de heks honderd meter verderop door iemand werd aangesproken, keek ze achterom.
Bron
C. Verheyen, Leuven, 1982
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (arendonk)
27O
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Arendonk