Hoofdtekst
Mère Callewaert, een oed wuveke, koste toeoveren. Oe we joengens woaren vroegen we heur ne keer, oe we van de zundagskole kwoamen oe ze oes ne keer gienk betoeoveren, mo ze dei nieten. Miel Broucke passeerde doa ne keer een bitje verder an die Vier Lienden, woadat toeoverde, met twee lege boeomezels (= voertuig met 2 grote wielen en eenen langen dijzel wiens vooreinde op den grond rust, dienende om zware boomen en balken te slepen bij middel van ketens, Westvl. Id. pg.313). Ja was in sloape gevolen. Mo je ontwekte olmetnekeer van de eerde die in zien oangezichte vloog, zien peerden mosten zo trekken en stoenden te bloazen dat ze zwitten an twee lege boeomezels. Je kapte met zien zwepe ip zien peerden da ze bloeden. Geen advance. Je gienk voeo zien peerden stoan en zag er Mère stoan. Je sloeg er noa met zien zwepe en je godverde. Mo je paste ze nooit, en olmetnekeer was ze weg. Je kost ton were voeort.
Onderwerp
SINSAG 0539 - Hexe bannt an den Platz
  
Beschrijving
Een man die met zijn lege kar voorbij de Vier Linden kwam, was in slaap gevallen. Even later werd de man wakker omdat er aarde in zijn gezicht werd gegooid. Hoewel de kar leeg was, geraakten de paarden niet vooruit. De man sloeg de dieren met zijn zweep tot bloedens toe, maar dat hielp niet. Toen de man vóór de paarden ging staan, zag hij een heks staan. De man sloeg met zijn zweep naar de heks, maar hij kon ze niet raken. Op zeker ogenblik was de heks verdwenen, waardoor de man weer voort kon.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tielt en izegem)
273
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Vier Linden (Ingelmunster)   
Naam Locatie in Tekst
Ingelmunster   
Plaats van Handelen
Vier Linden (Ingelmunster)