Hoofdtekst
Het spookt aan de Boterput.’s Nachts liepen der in den Boterput oardige mannen mee een koppel peirden deur de weiren (hagen). We hemmen da nooit gezien moar ge huërde da vrië goed.
Beschrijving
’s Nachts liepen in de Boterput vreemde mannen met paarden door de hagen. Men kon de mannen nooit zien, maar men hoorde ze heel goed.
Bron
R. Callaert, Leuven, 1969
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
oost-vlaams (sint-niklaas en omstreken)
35
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Elversele   
Plaats van Handelen
Boterput