Hoofdtekst
Aan de dikke steen in Langerlo, dat was als ge van Genk op Langerlo gingt zo de berg op en daar lag een dikke steen. Dat heb ik dikwijls horen zeggen dat er daar doorkwamen 's avonds en 's nachts met een paard. En zogauw als het paard op die plaats kwam, bleef het staan. En daar was geen middel niet meer, dat ging geen voet niet meer vooruit en op de tijd van vijf minuten liep het water met beken aan zijn pens af. En toen hebben ze daar op de Tichelerhei (= plaats te Diepenbeek), toen heeft daar een pater gegaan. En toen is daar ene en die heeft hem overlezen. En hier in Mizerik (= buurt te Diepenbeek), aan de Maten daar is het verbannen tussen het hout en het gras. En van toen af aan hadden ze nooit geen spook niet meer gezien. Ha, dat heb ik hier van HON-DER-DEN oude mensen horen vertellen.
Beschrijving
Tussen Genk en Langerlo was er een plaats waar een dikke steen lag. Op die spookplaats bleven alle paarden zwetend stilstaan. Op een dag is er een pater naar de Tichelerhei gegaan om het spook dat daar huisde te verbannen naar de Maten. Sindsdien heeft niemand het spook nog gezien.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
j
fabulaat
De Tichelerhei was de naam van een plaats in Diepenbeek.
Naam Locatie in Tekst
Genk   
Plaats van Handelen
Genk   
Langerlo   
Maten (Diepenbeek)   
Tichelerhei