Hoofdtekst
Vruuger zaag ons maa dat wij ons vausten (vuisten) moesten taupitsen as wij een heks tegenkoemen. De heks kos dan dun woa ze wilde mai ze hoa toch geen maach op ons. Ich heb het dan oak zo gedoan en toen ich op ne keer een heks tegenkoem weunde dai zo kolèrig (kwaad) omdat ich mijn vausten tauhoeld. Toen ze neven mich deur koem vloekte ze mai ze hoa mich toch ferm niks kunnen dun.
Beschrijving
Een jongen had van zijn moeder de raad gekregen om zijn vuisten dicht te knijpen als er een heks in de buurt was. De heks zou dan kwaad worden omdat ze geen macht had over de jongen.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (borgloon)
445
Moeder van de informant
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Broekom