Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MSOHI0223_0224_20294

Een sage (mondeling), 1981-01-3 1981-01-3 (foutieve datum)

Hoofdtekst

X: Ja, er zijn nog soms paters of priesters waarvan ze zeiden dat ze iets konden.20: Ja, er zijn nog priesters die aflezen, ja ja ja. Er zijn nog oude mensen die aflezen ook.X: Ja hé, er zijn er nog hé.20: Jaja, jaja. Ja, mijn vader heeft dikwijls gelezen, over wonden en over bloed en al zulke dingen hé. "Het zal niet bederven," zei mijn vader, "het zal niet meer bloeden," "het zal geen pijn meer doen," "het zal niet blaren," "je tanden zullen geen pijn meer doen." (onverstaanbaar).X Ja, en ging hij daarvoor rond of kwamen de mensen zelf?20: Neenee, neenee. Dat waren oude mensen die dat leerden aan elkaar, de één aan de ander, en voortzetten. Dat bestaat nu zoveel niet meer.X: Nee, je moet het geloven hé.20: Het schijnt dat dinge… Kestier nog kan aflezen.X: Kestier… ja? Die kan ook pendelen hé. Dat hij ook kan pendelen.20: Ah ja ja ja ja. Ja maar, het is een rare hoor, Kestier.X: Ja.

Beschrijving

Een man kon wondes en ziektes genezen door ze te overlezen. Dergelijke mensen gaven hun kunsten door aan elkaar. Zo waren er ook mensen die konden pendelen.

Bron

M. Sohier, Leuven, 1982

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (poperinge)
20H'
Vader van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Poperinge    Poperinge