Hoofdtekst
G: Van die heksensabbat daarnet hé, hebben ze daar geen verhalen van verteld dat ze dat hier in de buurt ergens gedaan hebben? J: Wat?G: Of ze dat hier in de buurt hebben gedaan, zo een heksensabbat?J: Ja, ik heb er dikwas (dikwijls) van horen vertellen. […] Mijne schoonbroer zijne pa. En dat is nochtans een 100 jaar geleden. Die man die zegde, die had dat eens vanachter gehoord. Daar in de beemden daar achter hem, achter zijn huis liggen daar weien en beemden. En als ge dan zegde dat dat niet waar was, dan moest ge oppassen en zorgen dat ge weg waart anders sloeg hij u de kop is. ‘Durft ge zeggen’, zei hij, ‘dat ik ne leugenaar ben?’ En die mens, dat was een heel geloofwaardig mens. M: waar was dat? In Terijken? J: [knikt van ja.]M: Terijken, achter Hoepertingen. Terijken, een gehucht. […]
Beschrijving
Een man beweerde dat de heksen een sabbat hielden in de beemden van Terrijken (Hoepertingen).
Bron
G. Verdickt, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (zuiden)
V10
Omstreeks 1900
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Voort   
Plaats van Handelen
Terrijken (Hoepertingen)   
Hoepertingen