Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0596_0596_10989

Een sage (mondeling), 1996-02-5 1996-02-5 (foutieve datum)

Hoofdtekst

I Hebt ge misschien ook al van een ‘sjóófet’ gehoord?Daar heb ik ook al van gehoord, ja. Naar het schijnt waren dat dwaallichten. En dat waren ontsnapte gassen boven moerassige grond. Daar had ja dat nogal tamelijk veel. Maar ja, in die jaren - dat was toen ik een kind was - dat is in de jaren ’30 geweest, toen had je ook nog ‘zèppelèrs’ (= zeppelins), hé. Dat waren de voorlopers van de vliegmachines, van de vliegtuigen. En in Duitsland hadden ze er daar veel van. Ja, die hadden verlichting en alles aan boord, hé, want in Amerika is de grootste Duitse ‘zèppelèr’ - wacht eens even - de Lutendorf of zoiets, geloof ik, die is met opstijgen of met landen, een van de twee, is die ontploft en er zijn op de tweehonderd doden geweest. Dat is een ramp geweest. En toen is het vliegmachien opgekomen en toen is dat verdwenen, hé, de ‘zèppelèr’. Dus als de ‘läöi’ een ‘zèppelèr’ zagen, ergens heel ver dikwijls, dan meenden ze ook dat dat een ‘sjóófet’ was of een dwaallicht. En dan ging het verhaaltje de ronde, dat was ook gebeurd op de molen in Hees. Die lag zo wat afgelegen in het veld in een hoek en die hadden knechten in dienst of een knecht in dienst. Ook op een winteravond zagen ze zo’n dwaallicht en die begint daar op te fluiten en in ene keer komt dat licht op hun aan. En die gaat gauw de schuur in, de poort toe en alles, de poort was nog niet ‘tegoei’ toe of in ene keer een slag "Baaf!" tegen de dinge aan. "Godallemachtig." Die durfden niet meer buitenkomen, hé. ’s Anderendaags, toen stond een zwarte hand ingebrand op die poort. Dat verhaaltje heb ik ook al gehoord. Ja, dat is alles wat ik zo wat weet van die dingen.

Onderwerp

SINSAG 0212 - Spötter pfeift Feuermann heran    SINSAG 0212 - Spötter pfeift Feuermann heran   

SINSAG 0220 - Andere Begegnungen mit dem Feuermann    SINSAG 0220 - Andere Begegnungen mit dem Feuermann   

Beschrijving

Vuurmannen waren dwaallichtjes. Dat waren gassen die uit moerassen ontsnapten ofwel zeppelins die in de lucht hingen.
Een knecht die op de molen van Hees werkte, floot op een winteravond naar een dwaallicht. Vlak nadat de knecht naar binnen was gevlucht, brandde het dwaallicht een hand in de deur.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

1.3 Vuurgeesten
limburgs (groot-riemst)
43D 596
Kindertijd van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Vlijtingen    Vlijtingen