Hoofdtekst
Boer Pieters zijn knecht weunde in Vlamertinge op den Brandhoek. Je ging alle zondage naar huis, van Poperinge naar Vlamertinge. Heel zijn hoek daar was behekst. Hij was natuurlijk benauwd en daarom speelde hij altijd op zijn accordeon als hij ’s avonds in den donkeren naar huis ging. Op zekeren avond dat hij naar huis gaat ziet hij al met een keer een groten zwarten hond voor hem staan. Je gaat door en je ziet daar al met een keer een klein wit hondje voor zijn voeten komen gelopen. Je wilde ze eerst verjagen maar dien groten zwarten hond ging vlak voor hem op zijn achterste poten zitten en dat klein wit hondje stond op zijn achterste pootjes. Je liep in schuim en in zweet van gepijndheid weg.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Een knecht die in Poperinge werkte, ging iedere zondag naar zijn huis in Vlamertinge. Omdat de buurt waar de knecht woonde behekst was, speelde de jongen 's avonds in het donker op zijn accordeon. Op een avond zag de jongen plots een grote zwarte hond vóór zich staan. Toen hij voort ging, liep er een klein wit hondje voor zijn voeten. De jongen probeerde de honden te verjagen, maar beide dieren gingen op hun achterpoten vóór hem zitten. Doodsbang liep de jongen weg.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
19
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlamertinge   
Plaats van Handelen
Poperinge   
Vlamertinge