Hoofdtekst
Binst den latsten oorloge gien’k werken noa Beveren-Leie. ‘k Weunde te Tielt. Hoalverwege tussen Wingene en Brugge stoend er een krus met vier linden. Er was niemand die er durfde langs passeren. Ik passeerde er een keer langs en olmetnekeer voelde ik entwodde koeds tegen mien hand. Ik verskoeot en keek omme en ’t zoage nen groeoten zworten hoend met ne keten an. Je was olmetnekeer weg en ’s zoage nieten ne meer.
Beschrijving
Een man uit Tielt die ging werken in Beveren-Leie, moest voorbij een kruispunt waar vier linden stonden. Toen de man daar voorbij kwam, voelde hij plots iets kouds tegen zijn hand. Hij keek achterom en zag een grote hond met een ketting. Even later was de hond verdwenen.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tielt en izegem)
79
WOII
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Pittem   
Plaats van Handelen
Beveren-Leie   
Tielt