Hoofdtekst
Het sjijnt dat op zekere doag de hooi vrouw hai in de grote bem deur de loch vloog. Do was e versjrikkelijk onwèèr met felle wind. Toen vloog de vrouw de loch in gezeten op een hooisjelf.
Beschrijving
Tijdens een verschrikkelijk onweer vloog de Hooi Vrouw op een hooimijt door de lucht.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (borgloon)
136
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Hooi Vrouw   
Naam Locatie in Tekst
Kortessem