Hoofdtekst
Daar op 't Vonderke, op Peer aan, dat weet ge wel, daar kwamen altijd katten en daar ging er eens ene door de hei op, die voor niks bang was. 'Ich ben voor niks bang, de eerste die ich tegen kom, die sla ich kapot' zegde hij. Dat was goed. Hij verder. En toen hij efkes gegaan had zat daar langs de kant e ketten. 'Ha, gij zijt de mijn' zegde hij en hij houwde die kat dat ze in 't water trulde. Maar op ne slag zaten daar wel honderd katten en ze vlogen mich op hem en ze bekrenselden en bedabden zijn heel gezicht kapot. Ja, ja en ze zijn bij moeten springen of ze hadden hem kapot gemaakt.
Onderwerp
SINSAG 0332 - Spuktier kämpft mit Mann.
  
Beschrijving
Een dappere man sloeg op 't Vonderke bij Peer een kat in het water. Het volgende ogenblik zaten er wel honderd katten die de man aanvielen en zijn gezicht openkrabden.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (noord-west)
75
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Peer   
Plaats van Handelen
Peer   
't Vonderke (Peer)   
Vonderke ('t) (Peer)