Hoofdtekst
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een arme vrouw uit Oudenaken wiens zes- of zevenjarig dochtertje ziek was, geloofde dat het kind was betoverd. De vrouw ging voor het kind naar de Kapucijnen in Brussel en kreeg daar een gebed mee. Ze moest ook een noveen bidden. Vóór die negen dagen verstreken waren, moesten alle familieleden gaan biechten en te communie gaan. Er zou ook een vrouw langskomen om iets te vragen. Men mocht die vrouw niet binnenlaten. Men moest een bezem over de drempel leggen, zodat de vrouw niet binnen kon. Er kwam inderdaad een buurvrouw op bezoek, die niet binnen kon. Omdat de toestand van het kind niet verbeterde, ging de vrouw met haar dochtertje naar de pastoor van Elingen. Het kind kon echter niet genezen, want het had tuberculose! In die tijd kenden de mensen die ziektes niet.
In feite bevorderden de pastoors en de paters zelf het bijgeloof door bepaalde mensen te beschuldigen van het kwaad waarmee de mensen werden geconfronteerd.
In feite bevorderden de pastoors en de paters zelf het bijgeloof door bepaalde mensen te beschuldigen van het kwaad waarmee de mensen werden geconfronteerd.
Bron
E. Tielemans, Leuven, 1978
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
65B
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Kapucijnen (Brussel)   
Naam Locatie in Tekst
Oudenaken   
Plaats van Handelen
Oudenaken   
Brussel   
Elingen