Hoofdtekst
’t Er komt hier alle jaren ne pater rond van Ronse hé, en diëne man heeft hier verleden jaar verteld dat er in Nederbrakel ook ne vrijmetselaar is en den oversten van ’t klooster in Nederbrakel zei: “En gaat daar niet!” bij die vrijmetselaar hé, “ik ga overal binnen”, zei de pater. En hij ging hij daar binnen, en diëne man begint daar te roepen en te vloeken! “Durft ge hier binnenkomen?” En de pater zegt: “Ge moet u niet kwaad maken”, en als hij dat gezeid had zag hij op zijne kop twee grote horens. En diëne pater zei dat dat echt gebeurd was. Twee grote horens en ’t voorkomen van nen duivel! En de pater is dan aangegaan.
Beschrijving
In Nederbakel zou een vrijmetselaar hebben gewoond. Een pater ging die man opzoeken en zag twee grote horens op zijn hoofd. De vrijmetselaar zag eruit zoals een duivel. De pater is dan maar vertrokken.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
3.1 Duivels
oost-vlaams (denderstreek)
772
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ophasselt   
Plaats van Handelen
Nederbrakel