Hoofdtekst
Mijn moeder heeft vroeger nog verteld dat ’t op ’t Vlèruskot verkeerde (spookte). As de meissens en de knechten wilden naar de kermisse gaan, Vlèrus hielp under met under werk, de schuttels (schotels), en de beesten eten geven. Maar as ’t was voor naar de kerke te gaan, ’t was tegenovergestelde. De boerinne heeft hem verbannen naar ’t voorste van d’hofstee en alle jaren mochten een step (stap) nazen (naderen); zo, hoeverre datten al is, weet ik niet; hoeverre datten al in ’t werekeren is, kan ‘k niet zeggen.
Beschrijving
Op het Vlèruskot spookte het. Als de meiden en de knechten naar de kermis wilden gaan, dan hielp Vlèrus hen met het werk. Als ze echter naar de mis moesten gaan, dan werkte Vlèrus hen tegen. Uiteindelijk heeft de boerin Vlèrus verbannen naar het uiteinde van het erf. Ieder jaar mocht Vlèrus een stap dichterbij komen.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
78
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Vlèrus   
Vlèruskot   
Naam Locatie in Tekst
Wilskerke