Hoofdtekst
En van klein mannen die behekst wörden, daar moeste ons moeder van horen klappen. Ik heb zo ne kleine geweten die van zijn acht dagen tot zijn drei maanden geschreeuwd had. Drei keren had da de schreeuwstuipen gehad en dat was niks anders dan een vrouw uit de geburen, die dat kinneke kwam verzorgen.Dat schreeuwde rink aaneen tot zijn drei maanden en toen stierf't. Ze waren naar den pastoor geweest en ondertussen was die vent in den hof aan 't werken en dan kwam da wijfke en dat lachte met de mensen omdat ze naar de pastoor waren. Maar 't had geen man gezegd tegen dat mens dat ze naar de pastoor waren.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een kind dat acht dagen oud was, huilde onophoudelijk. Het probleem hield aan tot het kind drie maanden was. Dat kwaad werd veroorzaakt door een buurvrouw die het kind kwam verzorgen. Op een dag ging de moeder naar de pastoor, terwijl de vader in de tuin werkte. De vader zag de buurvrouw aankomen en hoorde haar lachen met het feit dat zijn vrouw naar de pastoor was. Nochtans had hij de buurvrouw niets verteld over het bezoek aan de geestelijke. Na drie maanden stierf het kind.
Bron
W. Luyts, Leuven, 1956
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps ('land van turnhout')
129
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beerse