Hoofdtekst
Op een hofstee als ze kerenden (karnden), telken kere dat ze de keren opendeien ’t was een hond die deruit kwam, een groten hond. Ze zijn ook naar de paters geweest daarvoren.
Beschrijving
Op een boerderij zag men altijd een grote hond uit het botervat kruipen wanneer men boter wilde karnen. Uiteindelijk zijn die mensen bij de paters te rade geweest.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (franse grens)
306
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke