Hoofdtekst
Waar dat dokteur Uyttenhove woonde, was dat een graanschure. D’r woonde daar ne zekere Beuselinck. ’t Was altijd maar aardig were en de mensen kregen ulder nen oogst niet af. Toch kwamen d’r een paar dagen schoon were, maar dat was niet genoeg voor den oogst af te doen. D’r moest entwien den Duitse Schaper gevraagd hebben, van bij maneklaarte was den oogst afgedaan en gestuikt door die rode mannetjes.
Beschrijving
Op een boerderij had men niet genoeg tijd om de oogst binnen te halen. Zodra de maan 's avonds verscheen, was al het werk gedaan door de rode mannetjes.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (houtland)
650
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koekelare