DTRUY0053_0053_9190 - Tooverboekje

Daar was een keer een knecht op een boerderij in Beek, en die had zich verhuurd tegen deze voorwaarde dat hij vóór de zon opging en ná dat zij slapen ging niet werken moest. De boeren dachten, wat mag dat toch wel zijn dat die vent voor de zon en na de zon niet wil werken. De menschen vertelden het aan den pastoor, maar die had er ook geen goed oog op. En de pastoor zegde, dat ze den knecht overal goed gadeslaan moesten en kijken of hij niets bezat, een tooverboekje of zoo iets. Op zekeren dag was de knecht weg en alles werd afgezocht op zijn slaapkamer en overal, en daar vonden zij een klein boekje dat ze den pastoor lieten zien. Deze zeide "stookt den oven goed heet en werpt het erin." Toen het boekske aan het verbranden was stond plots de knecht jankend en huilend vóór den oven; daarna was hij verlost van zijn kwaal en werkte zoo vroeg en zoo laat als de boer wilden.

SINSAG 0753 - Zaubermacht gebrochen; Geistlicher verbrennt Zauberbuch.    SINSAG 0753 - Zaubermacht gebrochen; Geistlicher verbrennt Zauberbuch.   

Op een boerderij in Beek werkte een knecht die vóór zonsopgang en na zonsondergang niet wilde werken. Op aanraden van de pastoor ging de boer in de kamer van de knecht op zoek naar een toverboekje. Toen de boer het toverboekje in het vuur had gegooid, stond de knecht huilend bij de oven. Daarna was hij verlost van zijn toverkracht en kon hij op alle tijdstippen van de dag werken.

D. Truyen, Leuven, 1946

2.3 Toverboeken

limburgs (noorden)

fabulaat

Opitter    Opitter   

Beek    Beek