Hoofdtekst
Ik heb nog horen vertellen van ene, dat was zo een 'sjouw' vies man en die dronk ook 'sjouw' en 's zondags als die uitging en hij was zat, dan moest hij altijd kunnen vechten. Die zondag had hij tegen niemand kunnen vechten en hij sloeg met zijn mispelen knuppel op tafel: 'Al moet ik vechten tegen de duivel, maar vandaag vecht ik nog!' Toen hij buitenkwam, vloog iets op zijn rug en hij heeft moeten vechten, jong! Toen hij opnieuw ergens binnenging, was hij toch zo toegetakeld en zijn mispelen knuppel, daar had hij zo mee gevochten, dat hij in vetsemen vaneen was.
Onderwerp
SINSAG 0916 - Kampf mit dem Teufel.   
Beschrijving
Een dronkaard die op een zondag in het café zat, sloeg met zijn mispelaren knuppel op tafel en riep: "Ik zal vandaag nog vechten, ook al moet ik vechten met de duivel!" Toen de man buitenkwam, sprong er iets op zijn rug. De dronkaard heeft zo hard moeten vechten dat er van de mispelaren knuppel haast niets meer overbleef.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
3.1 Duivels
midden-limburgs
j
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Diepenbeek