Hoofdtekst
Bij den nekkerpit, ’t zou daar een tovenare of een hekse gewoond hebben die hem veranderde in een haze. De pensenjager schoot benachte dien haze en als ’n hem rekte, den nekker stoeg voor hem.
Beschrijving
In de buurt van de nekkerput zou een heks of een tovenaar hebben gewoond, die zichzelf in een haas kon veranderen. Toen een stroper de haas op een nacht had neergeschoten, stond de nekker plots voor hem.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (franse grens)
5
fabulaat
Naam Overig in Tekst
nekkerput (Haringe)   
Naam Locatie in Tekst
Haringe