Hoofdtekst
Enigte joeng mannen waren aon ’t uchteren. Iniêns kwam ’t er een kat deur de gootstiên gekropen. Daoroep volgden ’t er nog zes ander. Hiêl parmantig gingen ze alle zeven rond ’t vuur zitten. De mannen besloten wijselijk van ze mar te laoten doen. En tenslotte verdwenen ze wiêr gelêk ze gekomen waren. Laoter zee iemand hun: "Mar goed da ge ze niks gedön hêt, anders hadden ze oech geradbraokt.
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
  
Beschrijving
Enkele mannen zaten te praten, toen er plots zeven katten langs de gootsteen naar binnen kropen. De katten gingen parmantig bij het vuur zitten en verdwenen even later net zoals ze gekomen waren. Later hoorden de mannen iemand zeggen: "Gelukkig hebben jullie de katten niets gedaan, want anders hadden ze jullie zeker geradbraakt!"
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (beringen en omstreken)
319
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koersel