CVERH0149_0150_45505

10.V En dat was handel in blanke slavinnen.X In Antwerpen?10.U Ja, maar dat was, feitelijk ... Zij stond in Antwerpen.Die was verpleegster, maar ze had een vriendin in Holland. En die was ook verpleegster. En die gingen ... In het dinge zelf, waar ze verpleegster was, in het ziekenhuis vroeg er ene of ze eens een brief wilde bezorgen. Ze moest dan ergens een brief gaan bezorgen en dat was in de bossen. Dat was in Holland, zalle. Maar ik kan nu niet meer zeggen ... Het is lang, lang geleden. Hoelang dat het geleden is? Maar het is toch altijd gebeurd tussen de oorlog van veertien en die van veertig. Dan is het gebeurd, zé, in de jaren twintig zo iets. En "Och, ja", zei ze, "het is maar een wandeling, ik zal hem wel meenemen". En dan haar vriendin was daar, die van Antwerpen, hé. Ze dacht: dat is een goede wandeling met mijn vriendin, hé. En ze belt aan, ze komt daar in het bos en ze zegt:"Het is maar om af te geven". "Oh maar nee, kom binnen, want we zullen misschien wel antwoord moeten geven". Dat meisje gaat binnen en die ander, die was daar weg en weer aan 't wandelen. Het was al een kwartier, niemand kwam buiten. Een half uur en ze dacht:ik zal eens bellen . En ze belde, en ze zei: "Allé, is dat hier nog niet gedaan?" "Wat gedaan?" "Ja, maar hier is toch een verpleegster binnengekomen en die heeft een brief..." "Ja maar, wij hebben niets gezien. Er is hier niemand binnengekomen". En die had het verstand van naar de politie te gaan, want zij dacht aan iets, hé. Die dacht nu wel niet zo ver. Maar ze dacht: daar is iets! En die gaat naar de politie en de politie is direct gekomen; en zij stond al aan de boot om weggevoerd te worden. Nu hadden die een onderaardse gang, hé. Ja, in Holland hebben ze Water genoeg, hé. Hadden ze een onderaardse gang naar die boot! Ze hadden die verpleegster al zover, dat ze haar al aan de boot hadden. Goed dat die andere verpleegster... anders had ze al ver kunnen zijn, hé. En dat moet gebeurd zijn tussen die twee ... Allé, ik weet toch nog altijd dat toen een verpleegster zo iets meegemaakt had.

Een verpleegster uit Antwerpen was bevriend met een Hollands meisje dat eveneens verpleegster was. Op een dag moest de Hollandse verpleegster ergens in de bossen een brief gaan bezorgen. Haar Antwerpse vriendin ging mee en bleef wachten bij het huis waar de brief moest worden afgegeven. Toen de Hollandse verpleegster na een tijdje nog niet terug was buitengekomen, belde het Antwerpse meisje daar aan en vroeg: "Is dat hier nog niet afgelopen?" De mensen beweerden niets te weten over een verpleegster die net bij hen zou zijn binnengekomen. De Antwerpse verpleegster waarschuwde snel de politie. De politieagenten ontdekten dat bij het huis in het bos een onderaardse gang vertrok, die naar een kade leidde. De Hollandse verpleegster stond al klaar om met een boot te worden weggevoerd, maar kon nog net gered worden.

C. Verheyen, Leuven, 1982

antwerps (arendonk)

10V

Interbellum

fabulaat

Arendonk    Arendonk   

Antwerpen    Antwerpen