Hoofdtekst
‘k Heb ik nog horen vertellen van m’n metje (grootmoeder) van een schat die begraven lag en ’t brandde daar alle navend een rood lichtje boven die pit (put). En ze zeien as je daar koste ingaan en je’n asem (adem) een minute ophouden - dat je ton (dan) die schat hadde. Maar as je asemde, viel je dood. Dat moet etwaar (ergens) van de kanten van Ichtegem of Eernegem geweest hebben, want ze was zij van die kanten.
Onderwerp
SINSAG 0183 - Schatzfeuer zeigt die Stelle, wo der Schatz ruht.
  
Beschrijving
Boven een put waarin een schat begraven lag, brandde iedere avond een rood lichtje. Wie in die put kroop en zijn adem één minuut kon inhouden, kreeg de schat. Als men toch ademde, dan was men dood. Die put lag in de buurt van Ichtegem of Eernegem.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
Grootmoeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostende   
Plaats van Handelen
Eernegem   
Ichtegem