Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

LSMET0040_0040_42690

Een sage (mondeling), 1963

Hoofdtekst

Framassons dalen neer als een groot hotel.Op de Ziekenbaan in Wolvertem daar was ne man die naar de met (markt) ging met een ot (mand) op zijne kop met geplukte kiekens in. En op de Ziekenbaan stond een schoon hotel en dat was daar schone muziek. Hij zei: ''k Ga daar eens een keer binnen.' En ze waren aan 't springen. Hij zei: 'Och God, wat ne sprong.' En dan was dat weg – want ge mocht de naam van God niet uitspreken – en ne zat met nen uppelbrèm (stok van braamstruik) in zijn hand. 't Muziek ging weg in de lucht.Dat muziek ging van 't een land naar 't ander en als dat neerkwam, was dat een groot hotel. Die hebben hun ziel moeten verkopen. Ne paus heeft dat afgenomen en dan hebben ze niet meer gevlogen.

Beschrijving

Op de ziekenbaan in Wolvertem ging een man naar de markt. De man had een mand met geplukte kippen op zijn hoofd. Onderweg zag de man een mooi hotel waar mooie muziek te horen was. De man ging binnen in het hotel. Hij zag daar mensen springen en zei: "Och God, wat een sprong". Even later was het hele tafereel verdwenen en zat de man daar met een tak van een braamstruik in zijn hand. De muziek ging van het ene land naar het andere. Wanneer de muziek naar beneden kwam, verscheen er een groot hotel. De mensen hebben hun ziel moeten verkopen. Nadat de paus 'dat' (?) had afgenomen, hebben ze niet meer gevlogen.

Bron

L. Smets, Leuven, 1963

Commentaar

3.2 Vrijmetselaars
antwerps (rupelstreek en omgeving)
55
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Tisselt    Tisselt   

Plaats van Handelen

Wolvertem    Wolvertem