Hoofdtekst
B: Die van Veulen, die woonde doodeenvoudig in een hut tegen de kerk aangebouwd. G: Tegen de kerk dan nog?B: Dat was een hutje dat daar stond en daar leefde die heel alleen. Precies op een mesthoop. Het waren altijd vrouwen die iets buiten de gemeenschap zaten. Die werden over het algemeen eerst (als heks bestempeld) hier toch in de dorpen.
Beschrijving
De heks van Veulen woonde helemaal alleen in een hutje dat tegen de kerk was gebouwd. Vooral vrouwen die zich afzonderden van de anderen werden als heks bestempeld.
Bron
G. Verdickt, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (zuiden)
BII2
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Borgloon   
Plaats van Handelen
Veulen